1, Rue du Fort Thüngen
L-1499 Luxemburg
Tel: + 352 28 11 33 30
www.courbeneluxhof.int

 
 

INTRODUCTIE WEBSITE GERECHTSHOF

Het Hof is een internationaal rechtscollege dat primair tot taak heeft de gelijkheid te bevorderen bij de toepassing van rechtsregels die gemeen zijn aan de Benelux-landen en betrekking hebben op uiteenlopende terreinen, zoals de intellectuele eigendom (waren- en dienstmerken, tekeningen en modellen), de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, de dwangsom, de visa, de invordering van belastingschulden, de vogelbescherming en de gelijke fiscale behandeling. Het Verdrag van 31 maart 1965 betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof trad in werking op 1 januari 1974.

Bij een protocol ondertekend op 15 oktober 2012 zijn nieuwe bevoegdheden aan het Hof toegekend om een grotere harmonisatie in volledig eengemaakte domeinen mogelijk te maken. Het protocol heeft het Verdrag gewijzigd zodat rechtsprekende bevoegdheden van geval tot geval kunnen worden verstrekt in verdragen. Tot nog toe is dit enkel voorzien voor het intellectuele eigendomsrecht (merken en tekeningen of modellen). Bij datzelfde protocol is de permanente zetel van het Hof van Brussel naar Luxemburg, waar de zittingen worden gehouden, verhuisd.

Om de doelstelling te bereiken waarvoor het Hof is ingesteld, beschikt het over drie soorten bevoegdheden, die respectievelijk door elk van de drie Kamers worden uitgeoefend.

De Eerste Kamer van het Hof is bevoegd om kennis te nemen van prejudiciële vragen. Dit wil zeggen dat wanneer een nationale rechter in een voor hem dienende zaak, om vonnis te kunnen wijzen, een gemeenschappelijke rechtsregel moet toepassen en de betekenis van de toe te passen tekst onzeker is, dan kan c.q. moet hij het Benelux-Hof vragen hoe het gerezen juridische vraagstuk moet worden opgelost. De nationale rechter houdt aldus de zaak aan. Het Hof zal daarop antwoorden bij een arrest met daarin de oplossing van het rechtspunt. De beslissing van het Hof is bindend voor de nationale rechters die daarna in dezelfde zaak uitspraak doen.

Elk van de regeringen van de Benelux-Staten kan ook een interpretatieprobleem aan de Eerste Kamer van het Hof voorleggen, in welk geval het Hof zal antwoorden bij wege van advies.

De Tweede Kamer neemt kennis in volle omvang van zaken die op grond van artikel 1, vierde lid, van het Verdrag daartoe zijn aangewezen. Sinds 1 juni 2018 neemt deze nieuwe Kamer kennis van beroepen tegen eindbeslissingen van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, over met name opposities, weigeringen, verval en doorhalingen. Deze bevoegdheid is aan het Hof toegekend in het Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom (artikel 1.15bis). Tegen de uitspraken van de Tweede Kamer kan voorziening worden ingesteld bij de Eerste Kamer van het Hof.

De derde Kamer, ook de Kamer Ambtenarenrechtspraak genaamd, is bevoegd om kennis te nemen van de geschillen in ambtenarenzaken. Deze bevoegdheid is aan het Hof verleend bij een Protocol van 29 april 1969 en bij een Protocol van 24 oktober 2008 en geeft de personeelsleden van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom zowel als de leden van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie de mogelijkheid een beroep in te stellen in de in deze protocollen nader bepaalde gevallen.